AOW met terugwerkende kracht
Via het consulaat in Nice kwam het fonds in contact met de 68-jarige Sylvia*, die jarenlang op Curaçao had gewoond en na haar scheiding van haar Franse echtgenoot naar het zuiden van Frankrijk verhuisde. Zij vroeg om financiële steun omdat haar inkomen te laag was om van rond te komen. Zij vertelde ons dat zij op Curaçao ‘niet gedeclareerd’ in de onderneming van haar ex-echtgenoot had gewerkt en daarom geen recht zou hebben op AOW.
Omdat wij ervan overtuigd waren dat zij, na vele jaren op Curaçao gewoond te hebben, wel degelijk recht had op AOW, hebben wij namens haar een aanvraag ingediend bij de SVB van Curaçao. Het resultaat was, dat haar maandelijks een AOW-uitkering werd toegekend en zij die uitkering met één jaar terugwerkende kracht ontving. Op die manier werden haar financiële zorgen deels weggenomen.
Anna* woonde in een oude stacaravan in een weiland bij een boerderij, zonder sanitaire voorzieningen en zonder elektriciteit en ontving maandelijks een financiële bijdrage van het fonds als aanvulling op haar bescheiden inkomen uit de verkoop van ‘afgekeurde’ plantjes op de lokale markt. Die plantjes kreeg zij gratis van kwekers in de omgeving.
Anna was niet bereid enige medewerking te verlenen toen het fonds haar vroeg een machtiging te ondertekenen voor het aanvragen van een AOW-uitkering. Toen wij haar na meerdere weigeringen vertelden dat de maandelijkse ondersteuning door het fonds zou worden stopgezet als zij geen aanspraak zou maken op haar recht op een AOW-uitkering, verleende zij uiteindelijk wel medewerking.
Het kostte moeite om de noodzakelijke gegevens te verkrijgen, maar dankzij de zeer behulpzame medewerkers van de SVB in Breda ging Anna maandelijks een kleine AOW-uitkering ontvangen en werd de uitkering ‘gezien haar schrijnende levensomstandigheden’ met negen jaar terugwerkende kracht toegekend. Dat betekende dat Anna ineens ruim € 15.000,- op haar rekening kreeg!
Het fonds laat alle cliënten die financiële hulp ontvangen een schuldbekentenis ondertekenen om te voorkomen dat die steun als inkomen wordt beschouwd, maar ook om uitgekeerde bedragen te kunnen terugclaimen als de financiën van een cliënt dat toelaten. Omdat Anna inmiddels een aanzienlijke schuld had opgebouwd, hebben wij met haar afgesproken dat zij het van de SVB ontvangen bedrag aan het fonds zou overmaken en het fonds haar ten laste van dat bedrag maandelijks een uitkering zou blijven betalen. Wij beloofden dat wij haar een uitkering zouden blijven geven als de ‘pot’ leeg zou zijn. Op die manier werd voorkomen dat het bedrag snel zou worden uitgegeven en Anna wederom bij het fonds zou aankloppen.
Naast de maandelijkse uitkering ontving Anna enkele malen een bijdrage in de reparatiekosten van haar zeer oude ‘voiture sans permis’ en giften ter gelegenheid van haar verjaardag en kerstmis.
Een bestuurslid van het fonds heeft Anna tot aan haar overlijden enkele jaren geleden regelmatig bezocht en toen zij ziek werd, werd medische zorg geregeld. Haar ‘pot’ bij het fonds was toen leeg, maar kennelijk maakte Anna zo weinig op, dat zij geld had gespaard en na haar overlijden nog een ‘reservepotje’ over was waarvan haar begrafenis kon worden betaald.
* De namen zijn om privacy-redenen gefingeerd.