Eenzaam in een klein appartementje

Mijnheer Molinari*, zoon van een Italiaanse vader en een Nederlandse moeder en geboren in Den Haag, was op jonge leeftijd met zijn ouders naar Frankrijk verhuisd. Als fotograaf op de Promenade des Anglais in Nice verdiende hij niet veel en hij woonde bij zijn moeder, die hij tot haar overlijden verzorgde.

Het fonds kwam op verzoek van het consulaat in Nice in contact met mijnheer Molinari, die na het overlijden van zijn moeder in een piepkleine studio in het centrum van Nice woonde. Hij was toen ongeveer 60 jaar oud, had een klein Frans pensioentje, was een zaam en had kind noch kraai. Het fonds gaf hem een maandelijkse bijdrage, zodat hij zijn kosten van levensonderhoud kon dekken.
Hij kwam nog naar het consulaat voor zijn paspoort maar daarna was het contact sporadisch, hij hield van zijn privacy en wij respecteerden dit.

Na enige tijd werd het contact hersteld en schonken wij hem een mobiele telefoon met simkaart, zodat hij ons kon bereiken indien nodig. Eens per maand bezochten wij hem en hij keek altijd uit naar die bezoekjes. In zijn beste kleren stond hij voor de deur te wachten, wij maakten een praatje en dronken een kopje koffie. De mobiele telefoon lag altijd pontificaal aan de oplader op tafel, maar werd nauwelijks gebruikt.
Toen mijnheer Molinari – inmiddels 80 jaar oud – op een dag niet voor de deur stond te wachten, maakten wij ons grote zorgen.
Gelukkig kregen wij na enige tijd telefonisch contact met hem. Hij vertelde dat hij ziek was en bij een vriendin verbleef. Na een paar weken kwam de aap uit de mouw: hij was niet ziek, maar woonde al enige tijd bij zijn vriendin en was de afspraak vergeten! Hij durfde ons niet te vertellen dat hij niet meer in zijn studio woonde, maar wij waren er juist blij om dat hij weer aanspraak had en gelukkig was. Daarna hadden wij nog af en toe contact, maar onze bezoekjes en de financiële steun waren niet langer nodig.
Jaren later kwam ik er bij het uitzoeken van mijn stamboom achter dat mijnheer Molinari en ik verre familie van elkaar zijn. Zo jammer dat ik hem dat niet meer heb kunnen vertellen!

Mevrouw Reinders* was voor de Tweede Wereldoorlog getrouwd met een Fransman en naar Grasse verhuisd. Helaas is haar echtgenoot in de oorlog om het leven gekomen. Zij leefde van een klein oorlogspensioen en is nooit hertrouwd. Haar levensverhaal heeft zij ons niet uitvoerig verteld, maar het was ons duidelijk dat zij ondanks het verdriet in haar jonge jaren een goed leven heeft geleid.
Toen wij mevrouw Reinders ontmoetten, was zij al ver in de tachtig. Zij woonde in donker souterrain met maar één smal raam, te hoog om doorheen te kijken. Het eerste wat wij deden is de gemeente inschakelen om de ratten en muizen te bestrijden die regelmatig door het souterrain liepen en wij gaven mevrouw Reinders een bescheiden maandelijkse onder- steuning. Mede dankzij de inzet van de lokale assistente sociale, kreeg mevrouw Reinders ook een alarmsysteem, zodat zij hulp kon inroepen als dat nodig was.
Gelukkig had mevrouw Reinders goede buren en vrienden op wie zij altijd een beroep kon doen en die haar hebben verzorgd toen zij ziek werd. Tot onze verrassing werd haar lichaam na haar overlijden bijgezet in het graf van ‘een goede vriend’.

* De namen in dit artikel zijn om privacy-redenen gefingeerd.

Vorige
Vorige

Niet geschoten is altijd mis’ en ‘Ongelooflijk’

Volgende
Volgende

Een triest begin en dankzij het fonds en mooie afloop